Sinds 2019 werken wij aan het project CARE (Community Archaeology in Rural Environments) een internationale samenwerking waarbij onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam samen met bewoners op zoek naar de geschiedenis van hun dorpen. In Nederland doen we dit nu in Het Groene Woud. Met het project nodigen we mensen uit mee op ontdekking te gaan naar de geschiedenis van hun eigen dorp of streek. Door onze laagdrempelige aanpak kunnen zoveel mogelijk mensen meedoen, jong en oud. Archeologische voorkennis is niet nodig. Een korte introductie volstaat, waarna mensen onder deskundige begeleiding zelf aan de slag gaan en leren door te doen.
Een korte video-introductie van het CARE-project vindt u hier: LINK
Technologische innovatie en economische groei heeft ons veel gebracht en Brabant vervult hierin een leidende rol. Tegelijkertijd zien we dat verstedelijking, toegenomen mobiliteit en technologische veranderingen ook gevolgen heeft voor gemeenschappen in dorpen en het buitengebied. De structuren waarlangs sociale netwerken zich vormen veranderen en zijn nu minder nauw verbonden met de woonplaats dan voorheen. Het sociale weefsel van deze gemeenschappen is daardoor onder druk komen te staan en saamhorigheid en een gedeelde identiteit zijn minder vanzelfsprekend als voorheen.
Het CARE-project wil mensen verbinden met hun woonplaats door actief bezig te gaan met het archeologisch erfgoed hiervan. Binnen de sociologie wordt dit aanduidt met binding. Dit versterkt de band met hun dorp en het gevoel er thuis te zijn (belonging). Door deze activiteit samen met buurtgenoten te ondernemen wordt het gevoel van saamhorigheid versterkt (bonding). Het erfgoed van een dorp en de verhalen van de mensen die er wonen zijn wat een woonplaats eigen maakt. Dit wordt het beste zichtbaar wanneer we deze bekijken samen met de verhalen uit andere dorpen en streken. Door de verhalen te delen met dorpsgemeenschappen in de eigen regio, maar ook met regio’s elders in Europa zien we wat het dorp eigen en bijzonder maakt, maar ook wat andere dorpen kenmerkt. We zien verschillen, maar ook veel zaken die hetzelfde zijn. Door elkaar deze verhalen te vertellen kunnen we groepen verbinden (bridging). Het eigene in Brabants én zelfs in Europees verband.
We menen dat het CARE-project aansluit bij uw doelstellingen omdat het archeologisch erfgoed beschouwt als een waardevolle (cultuur)landschappelijke kwaliteit, een middel dat kan worden ingezet om lokale gemeenschappen te versterken, streken te profileren én nieuwe wetenschappelijke kennis genereren, verhalen waarmee de provincie, haar burgers, bestuurders én ondernemers zich kunnen onderscheiden.
De afgelopen tijd hebben we met het CARE-project een hoop ervaring kunnen opdoen met participatieve activiteiten in verschillende dorpen in samenwerking met diverse lokale personen en verenigingen. Het coronavirus schopte het oorspronkelijk programma welliswaar behoorlijk in de war, maar tegelijkertijd maakte deze periode het belang van samen dingen ondernemen extra duidelijk. De flexibiliteit van onze aanpak maakte het mogelijk om toch nog enkele aangepaste activiteiten te ondernemen, met bijzondere aandacht voor lokale vraagstukken en thema’s.
Onlangs maakte EenVandaag een reportage over het CARE-weekeinde in Boxtel: LINK
Inmiddels mag het CARE-initiatief rekenen op ruime belangstelling. Binnen Het Groene Woud geven verschillende nieuwe verenigingen aan mee te willen doen met hun dorp, maar ook van buiten de regio (en zelfs buiten de provincie) krijgen we allerlei verzoeken. We zijn daarom aan het nadenken over een eventueel vervolg.
Zelf zouden we CARE nu graag willen opwerken tot een breder programma voor gemeenschapsarcheologie in Brabant. We denken daarbij aan twee lijnen. Enerzijds zouden we een community-based fieldschool willen opzetten; een meerjarige, praktijkgerichte leerschool voor studenten, amateur-archeologen en andere erfgoedliefhebbers waarin onderzoek, onderwijs en publieksparticipatie bijeen wordt gebracht rond een lokaal of regionaal onderzoeksthema. Anderzijds willen we hierin ondersteuning bieden aan verschillende initiatieven vanuit de erfgoedverenigingen zelf en deze helpen op te werken tot volwaardig onderzoek. Dit sluit aan op de opgaven van het Faro-verdrag waarvan de ratificatie aanstaande is.
Een dergelijke opzet maakt het mogelijk om mensen nader te betrekken bij het archeologisch erfgoed van hun dorp of streek en reikt hen kennis en vaardigheden aan om ook meer inhoudelijk deel te nemen in het onderzoek hiernaar; voorbij het simpel scherven rapen en vondsten wassen. Die betrokkenheid bij het eigen erfgoed stimuleert een gevoel van rentmeesterschap. Tegelijkertijd is een meerjarige aanpak nodig om zoiets op te bouwen en effect te kunnen laten hebben in het versterken van plaatsbinding, sociale cohesie en welzijn. Maar daar zijn natuurlijk middelen voor nodig.
Effectieve gemeenschapsarcheologie vergt een regionale aanpak zodat je een netwerk kan opbouwen en onderhouden. Die korte lijnen zijn in onze ervaring cruciaal voor het welslagen van die co-creatie. We menen daarom dat we zo'n programma dichtbij de bron zouden moeten organiseren. We zijn nu in gesprek met Erfgoed Brabant om een mogelijke samenwerking met de UvA binnen de Erfgoed Academy te onderzoeken. Vanwege de raakvlakken met de centrale opgaven die u formuleert willen we het initaitief ook aan u voorleggen.